Loubelle Rulloda was haar allereerste werknemer. De dames werken volgens de receptuur van Constanza’s oma Nonna Pepa, naar wie Constanza haar pastabedrijf vernoemde. Niet dat ze nauwgezet elke handeling kopiëren. Koken is iets wat je moet vóelen, namelijk. Constanza experimenteert, proeft, keurt. Snufje erbij, schepje eraf, scheutje extra. Zoals ze dat haar elegante Italiaanse oma zag doen in Buenos Aires, waar Constanza opgroeide.

Constanza oefende, en oefende, en oefende. Op haar pasta’s, soepen, pesto’s en desserts. Intussen rondde ze een kunstopleiding af. Dertig jaar geleden, tijdens een vakantie in Buenos Aires, stonden Constanza en haar nonna zwoegend in de keuken toen Constanza’s zoon zich afvroeg waarom ze die pasta’s nooit in Nederland maakte. Goeie. Constanza toverde haar atelier om tot bedrijfskeuken en begon een pasta-service. Leuk voor vrienden, dacht ze.
Moest ze ineens een béétje doorwerken. Niet alleen haar vrienden waren nogal onder de indruk van haar ravioli, tagliatella, pappardelle, fussilli en conchiglie. En van de tiramisu. De vrienden van haar vrienden wilden óók graag een portie bestellen, kon dat? En de vrienden van die vrienden. En dan daar weer de vrienden van. Konden haar gerechten niet gewoon de supermarkt in? vroegen Constanza’s fans zich af. Wel zo makkelijk. Ideetje van een kennis met strategisch inzicht: moest ze niet eens een proefpakket opsturen naar Marqt?


Inmiddels heeft Constanza er een aantal paar handen bij. Die hakken, snijden, roeren en kneden met haar mee. In hoog tempo. Er is geen tijd voor kletspraatjes in de keuken van Constanza. De regels: geen kleur-, geur-, of smaakstoffen. Geen foefjes. Wel: simpele gerechten die uit niet meer dan vijf ingrediënten bestaan.

